Carbon farming moet als het aan de Europese Commissie ligt een vast onderdeel worden van de boerenpraktijk. In het opslaan van CO2 in de bodem of het reduceren van emissies schuilt bovendien een veelbelovend nieuw agrarisch verdienmodel. Voordat boeren en tuinders massaal instappen, moeten er nog wel wat bakens worden verzet.
In Nederland verloopt de borging van regionale en lokale koolstofprojecten via de Stichting Nationale Koolstofmarkt (SNK). Deze organisatie onderzoekt en valideert nieuwe Nederlandse projecten en geeft ook de certificaten uit.
Woordvoerder Wytse van der Gaast van SNK ziet een grote vraag naar Nederlandse CO2-certificaten. ‘Mkb’s vinden het interessant om te laten zien dat ze maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook gemeenten willen klimaatneutraal zijn. Met reductie alleen redden ze het vaak niet en dan wordt gekeken naar projecten buiten de eigen gemeente waarmee ze de resterende uitstoot kunnen compenseren.’
Fors hogere prijs
Voor CO2-certificaten die worden gegenereerd door het verhogen van het waterpeil onder veenweiden wordt zo’n 70 euro per ton CO2 per jaar gevraagd. De prijs voor die Valuta voor Veen-certificaten ligt daarmee al fors hoger dan die van de verplichte ETS-emissierechten waarvoor zo’n 30 euro per ton wordt gerekend. Die rechten zijn Europees verplicht voor grote uitstoters zoals de hoogovens in IJmuiden.
Een hoge prijs is in Nederland noodzakelijk omdat de grondprijzen en opbrengsten hier hoog liggen. Een daling van dat laatste moet ook worden gecompenseerd.
De interesse bij marktpartijen is inmiddels gewekt, laat ook de Climate Neutral Group weten. Deze Utrechtse makelaar treedt op voor bedrijven die hun uitstoot willen compenseren. Onlangs ging DKG, producent van de keukenmerken Bruynzeel en Keller, in zee met twee boeren uit de regio rond de eigen fabriek in Bergen op Zoom. DKG is al klimaatneutraal, maar wordt dankzij dit partnerschap klimaatpositief.
Boer als dienstverlener voor mkb’s
Een ander voorbeeld is dat van de Friese melkveehouders Sjoerd en Douwe Miedema die meedoen aan Valuta voor Veen. Een deel van hun certificaten is gekocht door verpakkingsproducent XT Orange uit Etten Leur die zijn uitstoot wil compenseren. De koolstofboeren worden als het ware dienstverlener voor mkb’s die willen vergroenen.
In de Green Deal is er ook aandacht voor het in klimaatbalans brengen van veehouderijen door een reductie van de uitstoot uit de veestapel en het vastleggen van de overige uitstoot in de bodem. Dit kan bijvoorbeeld CO2-neutrale zuivel opleveren die met een premiumprijs in de markt wordt gezet. De biologische melk van Arla is inmiddels klimaatneutraal, maar dit wordt nog wel deels gerealiseerd door CO2-certificaten van derden.
Goed terechtkomen
‘Onder marktpartijen is veel interesse in koolstofvastlegging door boeren’, zegt Marjon Krol, die als projectleider bij ZLTO betrokken is bij pilots met koolstofboeren. ‘Er gaan verschillende producten op de markt komen waarmee bedrijven hun CO2-uitstoot kunnen compenseren. Een onafhankelijke borging is hier wel van belang. Het is goed dat wordt geïnvesteerd in CO2-vastlegging, maar dat geld moet wel goed terechtkomen.’
Om uit de markt voor CO2-certificaten een gezond verdienmodel te halen, moeten nog wel meer partijen gaan investeren. Dan kunnen ook meer boeren en tuinders instappen. Uit de pilots zijn daarvoor belangrijke leringen getrokken, zegt Krol. ‘Boeren kijken vooral naar de voordelen van carbon farming voor de eigen bedrijfsvoering, zoals verbetering van de bodemstructuur en -vruchtbaarheid. Ze willen geen verplichting en zitten ook niet te wachten op een tijdrovende administratie.’
Bron: Nieuwe Oogst