Kijk hier het webinar terug: https://youtu.be/7F-qDxABvwM

Kansen voor boeren: De teelt van gewassen voor biobased grondstoffen. Belangrijke voorwaarde is het van belang om voldoende verwerkingscapaciteit te realiseren en te zorgen voor een stabiele vraag. Verder is het van belang dat iedere schakel in de keten er een goede boterham aan kan verdienen.

Dat kwam dinsdagavond naar voren in het webinar ‘Biobased in opmars: een kans voor boeren?’ Dat werd georganiseerd door Nieuwe Oogst in samenwerking met BO Akkerbouw en Duurzaam Praktijknetwerk Akkerbouw (DPA). Aan tafel zaten sprekers van LTO, BO Akkerbouw, DPA, Biobased Innovations Garden, Ballast Nedam, Van de Bilt zaden en vlas, Building Balance, Triodos Bank en de Rabobank.

Voorzitter Tineke de Vries van LTO-vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente is positief over de kansen van biobased gewassen voor akkerbouwers. ‘Vezelgewassen zijn doorgaans duurzaam. Ze vragen weinig input van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen en bieden kansen voor gebieden waar moet worden geëxtensiveerd. En een nieuwe keten geeft de mogelijkheid om het anders aan te pakken, want voorwaarde nummer één is een goed verdienmodel.

‘We moeten eerst bepalen welk inkomen een teler nodig heeft uit het bouwplan. Daarna kan de keten voor alle schakels een rendement op de opbrengstprijs zetten en dat resulteert in de prijs die het product of dienst moet opleveren.’

Gezamenlijk oppakken

De Vries ziet het wel zitten om als telers samen met onder meer verwerkers de keten samen te kunnen vormen. ‘We hebben vroeger coöperaties opgericht. Het zou mooi zijn als we dat hierbij ook kunnen doen. Dus laat de boeren meedenken in het hele proces en laten we de nieuwe keten gezamenlijk oppakken.’

Onno Dwars schoof aan als directeur van Ballast Nedam Development, de ontwikkeltak van bouwbedrijf Ballast Nedam. Hij realiseert zich dat de bouwsector hoe dan ook naar CO2-neutraal bouwen toe moet. ‘Met de traditionele manier van bouwen met veel staal en beton, gaan we het niet redden. We hebben al een grote CO2-reductie gerealiseerd door veel energieneutrale gebouwen te bouwen. We zijn nu toe aan de laatste stap: de ontwikkeling van een nieuwe keten met biobased bouwmaterialen.’

Enorme kans

Dwars constateert dat de vraag wijzigt naar meer bouw met meer hout en vezelmaterialen. ‘Een nieuw businessmodel met biobased bouwmaterialen gaat de boeren en bouwers samenbrengen. Dat is een enorme kans voor Nederland.’

Hij schat in dat alle projecten die Ballast Nedam over vijf jaar aanneemt, zijn gebaseerd op biobased materialen. ‘Het is daarom ook positief dat het Rijk geld beschikbaar stelt om dit aan te jagen. Ballast Nedam stapt volop in biobased. De baksteen gaat eruit, want die is te CO2-intensief. Bij milieuprestatiescores van gebouwen komen ze er slecht uit’, licht Dwars toe.

Maar hoe groot gaat die markt dan precies worden? ‘Als je alle minerale vezels kunt omzetten naar biobased vezels, hebben we circa 180.000 hectare landbouwgrond nodig’, weet Jan Willem van de Groep, programmaregisseur van Building Balance. ‘Dat is zo’n 10 procent van het landbouwareaal. 180.000 hectare levert ongeveer 8,5 megaton CO2-reductie op.’ Volgens Dwars bestaat een CO2-neutrale woning voor minimaal 50 procent uit biobased materialen.

Verwerkingscapaciteit

Voor de overstap naar biobased is ook een opschaling van de verwerkingscapaciteit nodig. Uit een peiling in het webinar blijkt dat 77 procent van de kijkers een passende verwerking de belangrijkste voorwaarde vindt om biobased te telen. Het aantal vezelverwerkers in Nederland is op dit moment op één hand te tellen. Opschalen vraagt dan ook om flinke investeringen.

‘Wetgeving zou daarbij bescherming en zekerheid voor de keten moeten geven’, zegt Lenno Vermaas, export- en innovatiemanager bij Van de Bilt zaden en vlas. ‘Als we gaan investeren, moeten we daarvan tientallen jaren kunnen profiteren.’

Jaarronde aanvoer

Van de Groep kan zich voorstellen dat telers zekerheid willen over de afzet, zeker als ze langjarig vastzitten aan een gewas. ‘De afnemers van vezels willen ook zekerheid over de jaarronde aanvoer.’ Volgens hem hangt de mogelijkheid tot opschaling af van de ideale gewas-productiecombinatie.

‘Het gaat vaak om grote cijfers. We zijn ook met lignine-asfalt bezig. Het kost 60 miljoen euro om een fabriek neer te zetten en er is 3.500 hectare nodig om deze fabriek rendabel te laten draaien’, weet hij. Binnen ‘Building Balance’ worden op dertien plekken in Nederland lokale ketens opgezet. In vier jaar moeten de opgezette ketens op 1.000 hectare biobased gewassen zitten. Het is de bedoeling om daarna op te schalen naar 50.000 hectare in 2030.

Grote investeringen

Dwars wijst erop dat de omslag naar biobased niet alleen voor boeren en verwerkers grote investeringen vraagt, maar ook voor de bouw. ‘Het is op dit moment veel duurder dan conventionele bouwmaterialen. We verwachten dat met aangepaste regelgeving, door bijvoorbeeld de aangescherpte bouwnormen, de prijzen dichter bij elkaar komen te liggen.’

Vezelgewassen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de extensiveringsopgave in Nederland. ‘Om nieuwe perspectieven te creëren, kunnen carbon credits specifiek voor Nederlandse producten cruciaal worden’, stelt Van de Groep. ‘Dit om te voorkomen dat bouwers op termijn de vezels uit het buitenland halen. Het moet aantrekkelijk genoeg zijn voor de bouw om de biobased grondstoffen uit Nederland te halen.’

Rustgewas

In het webinar kwam meerdere keren naar voren dat vezelgewassen wat betreft saldo fors meer moeten opleveren dan een rustgewas als tarwe. ‘Akkerbouwers zijn terughoudend in het kiezen voor vezelgewassen, omdat het nu nog niet concurrerend genoeg is tegenover tarwe of gerst’, constateert Gea Bakker, sectormanager Akkerbouw bij Rabobank.

‘Er staat nu circa 5.000 hectare aan vlas en vezelhennep in Nederland. Als we willen opschalen naar 50.000 hectare, dan moet de akkerbouwer wel een goede boterham eraan kunnen verdienen. Belonen met carbon credits is zeker een interessante optie.’

Koolstof bovengronds vastleggen

Lars Hillewaere werkt als Business Developer Carbon Farming bij LTO Bedrijven en stelt dat carbon credits pas serieus een rol kunnen spelen als er veel koolstof boven de grond kan worden vastgelegd. ‘Miscanthus legt meer dan 30 ton CO2 per hectare vast. Bij 100 euro per ton CO2 praat je over serieus geld. Het gaat erom dat dit geld dan goed wordt verdeeld tussen de fabrikant van bouwmaterialen en de teler. Dan wordt het voor beide partijen interessant.’

Volgens teammanager landbouw Paul Kortekaas van Triodos Bank moet het verdienmodel voor biobased op een hoger niveau worden bekeken. ‘Er is pas bestaansrecht als iedereen in de keten een boterham kan verdienen. We hebben nu de kans om het een keer goed te doen. Dat de boer niet alleen prijsnemer is, maar een serieuze positie krijgt in de keten’, licht hij toe.

Triodos probeert met het verlenen van een ‘biobased hypotheek’ de consument te verleiden biobased te gebruiken in de bouw. Hoe beter het energielabel, hoe lager de rente. ‘Dat draait nu voor het tweede jaar en daar wordt al best veel gebruik van gemaakt’, geeft Kortekaas aan.