De twee termen zijn nauw verwant. Beide kunnen worden uitgegeven voor het vermijden van uitstoot (bijvoorbeeld door hernieuwbare energie of vermeden ontbossing), dan wel koolstofvastlegging (bijvoorbeeld met carbon farming). Toch hebben ze een belangrijk nuanceverschil.

Een carbon credit impliceert een uitstootrecht. Door het kopen van ‘koolstofkrediet’ mag de koper voor dezelfde hoeveelheid uitstoten. Wij vinden dit niet wenselijk, omdat het ertoe kan leiden dat grote uitstoters hun eigen emissies niet substantieel verminderen (wat absoluut nodig is om de klimaatdoelen te halen), maar enkel credits kopen. Bovendien is bij een aantal internationale projecten in het verleden vastgesteld dat de credits niet hebben geleid tot minder uitstoot, terwijl de kopers ervan zichzelf wel ‘net zero’ noemden zonder substantiële uitstootvermindering in de eigen keten.

Een koolstofcertificaat is in onze projecten een bewijs dat een ton CO₂ duurzaam is afgevangen en vastgelegd. Een koper mag deze wel opvoeren om aan te tonen dat zij, binnen of buiten haar keten, aan positieve klimaatactie heeft bijgedragen, maar kan haar eigen uitstoot hier in principe niet mee wegstrepen.

Wij spreken enkel over koolstofcertificaten, niet over carbon credits, om deze verwarring te vermijden en duidelijk te maken dat onze projecten niet dienen als aflaat die in de weg kan staan van uitstootvermindering.

De prijs van koolstofcertificaten verschilt afhankelijk van de markt en is ook constant in flux. Op de ETS-markt (Europese verplichte emissiehandel) vertoont de prijs de afgelopen jaren over het algemeen een opwaartse trend. Ook op de vrijwillige markten zitten de prijzen in stijgende lijn.

Wij verwachten dat deze trends zich zullen voortzetten, aangezien vrijwel elk land ter wereld zich via het Parijsakkoord heeft gecommitteerd aan netto-nuluitstoot in 2050, en bedrijven daarin niet kunnen achterblijven. Dit betekent dat de vraag naar dit type certificaten – en daarmee ook de prijs – waarschijnlijk alleen maar verder zal stijgen.

Carbon Famers opereert op de vrijwillige markt en hanteert momenteel een vaste verkoopprijs van €100 (excl. btw) per ton CO2 in ons model.

Bedrijven verschillen in hun aanpak en prioriteiten als het gaat om klimaatneutraliteit. Sommige zijn uitsluitend gericht op het behalen van het label ‘klimaatneutraal’ en hechten weinig belang aan hoe of waar dit wordt bereikt, zolang het kostenefficiënt is. Zij zoeken vooral naar de laagste prijs.

Andere bedrijven stellen hogere eisen en geven prioriteit aan het verminderen van hun uitstoot, waarbij compensatie slechts wordt ingezet voor onvermijdelijke emissies. Ze zoeken naar lokale, betrouwbare alternatieven met transparante, goed geborgde, meervoudige impact. Met dit soort partijen gaan wij graag rond tafel zitten, want zij zijn bereid om de werkelijke waarde van ons werk te vergoeden.

Overigens hoeft het één het ander niet uit te sluiten: bedrijven kunnen voor hun compensatiebehoefte ook gebruik maken van een combinatie van Nederlandse en internationale certificaten. Dankzij de samenwerking met ons zusterbedrijf NLgroen kunnen wij beide soorten aanbieden.