In het vorige artikel, dat je hier kunt lezen, bespraken we de weg die we met Carbon Farmers hebben afgelegd van 2021 tot 2025 en waar de Nederlandse vrijwillige koolstofmarkt volgens ons momenteel staat. In dit artikel borduren we daarop verder en geven we een doorkijkje naar de – mogelijke – koolstofmarkt(en) van de toekomst.
Wil je hier nog meer over weten, dan kun je ook het uitgebreide Evaluatierapport verdienmodellen van het project ‘Verdienen met carbon farming’ (2024) van ZLTO, Louis Bolk Instituut en BoerenNatuur Brabant West lezen, waar wij vanuit Carbon Farmers aan bijgedragen hebben.
De verplichte markten
Er zijn een aantal verplichte koolstofmarkten in de wereld, waarvan voor Europa veruit de belangrijkste het EU Emissions Trading System (ETS) is. Hierin handelen bedrijven in een cap and trade-systeem: de wetgever bepaalt voor een volledige sector een uitstootplafond (cap) waar zij niet overheen mogen, en vervolgens krijgen of kopen de bedrijven in die sector uitstootrechten, die ze indien nodig of gewenst onder elkaar kunnen verhandelen (trade). Bedrijven mogen nooit meer uitstoten dan ze aan rechten hebben. Het plafond gaat jaarlijks omlaag, waardoor er minder rechten in omloop zijn en bedrijven dus ofwel hun uitstoot moeten verminderen en/of rechten bij anderen moeten inkopen om binnen hun ‘uitstootbudget’ te blijven. De prijs op deze markt zat in november 2025 rond de €80 per ton CO2 en zweeft al enkele jaren rond dit niveau.
Tot dusver was ETS in Nederland beperkt tot ongeveer 330 grote bedrijven, hoofdzakelijk in de energiesector en zware industrie. Daar komt vanaf 2027 ETS-2 bij: een uitbreiding naar leveranciers van fossiele brandstoffen in de gebouwde omgeving, wegtransport en andere sectoren. Er is nog geen ETS voor de landbouw, maar er wordt wel volop gedebatteerd over een ‘Ag-ETS’ en het lijkt onvermijdelijk dat dit er op de langere termijn ook komt.
Deze markten zijn nu nog een eiland op zichzelf, dat strikt gescheiden is van de (vrijwillige) markten waar Carbon Farmers in werkzaam is. Ons lijkt het niet per se wenselijk om deze twee werelden dichter bij elkaar te brengen. Het risico bestaat dan namelijk dat bedrijven hun fossiele uitstoot gaan ‘afkopen’ met certificaten in plaats van te werken aan uitstootvermindering. Wij pleiten dan ook voor 2 systemen en beleidskaders, eentje voor uitstootvermindering en een ander voor koolstofverwijdering, elk met onderscheiden doelstellingen en voldoende stimulansen om overheid en bedrijfsleven te verplichten om actie te ondernemen.
De vrijwillige markten
Carbon Farmers en haar concullega’s zijn actief op de vrijwillige koolstofmarkt, dit wil zeggen: een markt met partijen die ‘credits’ of certificaten kopen vooral om hun eigen uitstoot te compenseren, zonder dat hier enige verplichting tegenover staat vanuit wet- of regelgeving.

Een overzicht van een aantal verkopers/projectpartijen en kopers in de Nederlandse markt voor koolstofvastlegging.
Tot op heden is dit een ongereguleerde markt, waar zeker succesverhalen te vinden zijn, maar helaas ook een aantal schandalen die de laatste jaren het vertrouwen in deze markt stevig ondermijnd hebben. Er is dus noodzaak aan meer regelgeving om deze markten goed te doen functioneren.
Daarom heeft de Europese regelgever het CRCF (Carbon Removals and Carbon Farming, voorheen: Carbon Removal Certification Framework) in het leven geroepen. Doel is om bepaalde kwaliteitsvereisten te stellen aan certificaten, zodat het keurmerk ‘CRCF’ richting de kopers een bepaalde kwaliteitsgarantie kan geven. Hoe de aankoop van die certificaten vervolgens wordt gestimuleerd en door wie, is in dit stadium nog niet duidelijk. Er zijn wel allerhande subsidies beschikbaar (geweest) voor onderzoek, ontwikkeling en praktijktests.
Een kwaliteitslabel vanuit de EU is volgens ons een prima ontwikkeling, maar op zich niet voldoende om de markt op gang te krijgen. Daarvoor hebben we vraagstimulering nodig, bijvoorbeeld door aankoop van certificering te koppelen aan duurzaamheidsverplichtingen en -rapportering. Beleidsontwikkelingen als CSRD en CSDDD zagen wij in 2023-2024 nog als uitstekende instrumenten voor bewustwording rond de noodzaak aan emissiereductie en misschien een eerste stap richting een ‘net zero’-verplichting waarbij de moeilijk te vermijden restuitstoot desnoods moet worden afgekocht.
Alleen hebben we de politieke wind niet mee. Bovengenoemde wetgeving dreigt, onder druk van rechtse partijen en onder het mom van ‘vereenvoudiging’, in het Europees Parlement stevig te worden afgezwakt en vertraagd door de omstreden Omnibuswetgeving. Wat de impact hiervan gaat worden, is eind 2025 nog onduidelijk.
Samen zelf de eerste stappen zetten
Conclusie: de redding komt niet van bovenaf. Terwijl de wet- en regelgever steggelt over voorwaarden en tijdslijnen richting 2030 en 2050, willen burgers, boeren en bedrijven nu wel al stappen zetten. De projecten van Carbon Farmers, ZLTO, GreenDutch, BambooLogic, WeGrow en vele anderen tonen dat de bereidheid om over sectorgrenzen heen aan een duurzame, natuurinclusieve economie te werken er wel degelijk is.
Het is heel belangrijk dat deze partijen in de onderstroom elkaar nog meer gaan vinden en versterken. Alleen door samenwerking en een gedeelde boodschap kunnen wij tegengewicht geven aan de politiek die zich te vaak laat leiden door kortetermijnbelangen en de gevestigde orde!